Belangrijke wijzigingen korfbal spelregels

Door Jaap

Niet de hele tekst lezen, maar simpel plaatjes kijken? Klik dan hier voor een powerpoint presentatie

Vanaf het nieuwe seizoen zetten we een belangrijke nieuwe stap in de ontwikkeling en verbetering van korfbal. Vanaf 1 juli geldt er namelijk een nieuw spelregelboekje. Dit nieuwe spelregelboekje zet allerlei ontwikkelingen en experimenten van de laatste jaren voor het gehele korfbal op een rij.

Op zeker één onderdeel hebben de nieuwe spelregels grote invloed op het spel. Dit onderdeel betreft het onderscheid dat voortaan gemaakt zal gaan worden bij spelovertredingen. De aanleiding voor het toekennen van een vrije worp verandert. In veel gevallen wordt in plaats van een vrije worp voortaan een zogenoemde spelhervatting toegekend. De vrije worp wordt bovendien voortaan vanaf een vaste plek genomen. Deze werkwijze gaan we toepassen op alle denkbare korfbalniveau´s, van de allerkleinsten tot de hoogste senioren en van het breedtekorfbal tot het topkorfbal.

Sneller, aantrekkelijker en herkenbaar
Het vorige spelregelboekje dateert van 1 juli 2001. Vanaf eind jaren ´90 vinden allerlei ontwikkelingen plaats in het korfbal. Het uitproberen en het – al dan niet voorlopig – aanpassen van spelregels hebben tot doel het korfbal aantrekkelijker, sneller en meer herkenbaar te maken. Enkele voorbeelden van aantrekkelijker, sneller en herkenbaarder korfbal zijn we al lang gewoon gaan vinden: de vier secondenregel bij het nemen van de vrije worp, de ovaaltjes rondom de paal en de kunststofkorf.

Daarnaast weten we dat, wanneer je met z´n tweeën op faire wijze om een wegstuiterende bal aan het duelleren bent, het nauwelijks mogelijk is om je tegenstander niet even aan te raken. Daarom is het verbod om contact te hebben met je tegenstander dan ook vervangen door het uitgangspunt dat zogenoemd gecontroleerd contact in het korfbal is toegestaan.

De introductie van het nieuwe spelregelboekje moet je dan ook zien als een nieuwe stap in een reeks van ontwikkelingen.

Duidelijker, korter
Niet alles in het nieuwe spelregelboekje is iets waarvan je als korfballer echt wakker zult liggen. Om redenen van efficiency is direct de kans aangegrepen om een aantal zaken te verduidelijken, eerdere onjuistheden te corrigeren en om overbodige tekst te schrappen. Een verduidelijking is bijvoorbeeld de scherper geformuleerde regel betreffende ´voetbal´: elke vorm van voetbal is nu een overtreding. Verder mag de aanvoerder nu kiezen om welke arm hij de aanvoerdersband draagt. En op het veld zijn de ooit verplichte hoekvlaggen verdwenen. En zo zijn er meer kleinere aanpassingen die je gewoon even een keertje moet lezen.

Onderscheid in ´lichte´ en ´zware´spelovertredingen: spelhervatting of vrije worp

De belangrijkste spelregel is het onderscheid dat voortaan gemaakt wordt tussen een lichte en een zware overtreding en het gevolg van dit onderscheid. Het gevolg is een spelhervatting óf een vrije worp.

Waarom deze aanpassing?
Tot op heden is het voor de spelers en de toeschouwers niet altijd duidelijk waarom sommige lichte overtredingen worden bestraft met een vrije worp. In het bijzonder in de paalzone is er veel onopzettelijk lichaamscontact tussen spelers, dat tot op heden in veel gevallen een vrije worp oplevert. Een vrije worp in dit gebied betekent nogal eens een doelpunt. Vaak wordt deze straf in verhouding tot de overtreding als te zwaar en onrechtvaardig beschouwd. Dit geldt zeker voor technische overtredingen zoals lopen met de bal. Daarnaast leidt de bestraffing van deze kleinere spelovertredingen tot onnodig speloponthoud. Ten slotte worden zowel voor spelers als toeschouwers faire en aantrekkelijke duels om de bal vaak vroegtijdig in de kiem gesmoord door het fluitsignaal van de scheidsrechter. Door de spelregelwijziging is getracht deze problemen op te lossen, enerzijds door de onrechtvaardigheid weg te nemen en anderzijds om meer snelheid en aantrekkelijkheid in het spel te brengen.

Elk overtreding, zoals vermeld in het spelregelboekje is tegen het licht gehouden om te bepalen of er van een lichte of zware overtreding sprake. In sommige gevallen dient de scheidsrechter per spelregel een keuze te maken tussen ´licht´ of ´zwaar´. Daarbij gaat het niet om de ernst van het lichamelijke contact alleen, maar ook of de overtreding leidt tot het ontregelen van het aanvalsspel. Een spelhervatting wordt altijd genomen op de plaats van de lichte overtreding. Een vrije worp wordt altijd genomen vanaf het strafworppunt.

Overtredingen van verdedigers, die als ´licht´ worden aangemerkt, worden bestraft met een spelhervatting. Overtredingen van verdedigers, die als ´zwaar´ worden aangemerkt, worden bestraft met een vrije worp. Alle overtredingen van aanvallers (behalve die ten koste gaat van een scoringskans in het andere vak), worden bestraft met een spelhervatting.

Het is vanzelfsprekend dat de scheidsrechter de voordeelregel toepast wanneer een ploeg na een lichte overtreding, begaan door de andere ploeg, in het bezit blijft van de bal. De straf voor een (zeer) zware overtreding, waarbij een scoringskans verloren gaat, wijzigt niet: strafworp. Om te voorkomen dat er per 1 juli 2007 wel heel veel manieren ontstaan waarop het spel wordt voortgezet, worden de uitbal en de uitworp voortaan op dezelfde manier genomen als de spelhervatting.

Spelovertreding door verdedigers
Hierin kan een onderscheid worden gemaakt in:

1. lichte overtredingen, die bestraft worden met een spelhervatting. Dit zijn:
A. technisch overtredingen, zoals lopen met de bal, voetbal en spel ophouden
B. fysieke overtredingen, die niet gericht zijn op het ontregelen van het aanvalsspel en waarbij ook geen sprake is van ongecontroleerd contact.
2. zware overtredingen, die bestraft worden met een vrije worp. Dit zijn:
A. fysieke overtredingen, waarbij sprake is van ongecontroleerd contact, zoals bal uit de handen slaan, duwen, vasthouden en afhouden.
B. overtredingen, die ten doel hebben of die resulteren in het ontregelen van het aanvalsspel
3. overtredingen, die herhaaldelijk het aanvalsspel onbehoorlijk belemmeren, die bestraft worden met een strafworp
4. zeer zware overtredingen, waardoor een scoringskans verloren gaat, die bestraft worden met een strafworp

Voorbeelden van een vrije worp (zoals beschreven bij B) als gevolg van een zware overtreding van een verdediger:

o voetbal, opzet met behaald voordeel.
o voetbal, waardoor de aanvalsopzet wordt onderbroken.
o de bal met de vuist wegslaan.
o een tegenstander de bal uit de hand slaan, nemen of lopen terwijl er sprake is van
o ongecontroleerd contact.
o een tegenstander de bal uit de hand slaan, nemen of lopen met als doel of als resultaat.
o het ontregelen van het aanvalsspel.
o een tegenstander duwen, vasthouden of afhouden terwijl er sprake is van ongecontroleerd contact.
o een tegenstander duwen, vasthouden of afhouden met als doel of als resultaat het ontregelen van het aanvalsspel.
o een tegenstander te zwaar hinderen terwijl er sprake is van ongecontroleerd contact.
o een tegenstander te zwaar hinderen met als doel of als resultaat het ontregelen van het aanvalsspel.
o een tegenstander van de andere sekse bij het werpen van de bal hinderen.
o een tegenstander hinderen die reeds door een ander wordt gehinderd.
o de paal beet grijpen bij het springen, lopen of afzetten.
o bij het nemen van een vrije worp de daarvoor gestelde bepalingen overtreden.
o op een gevaarlijke wijze spelen.
o bij het nemen van een spelhervatting de daarvoor gestelde bepalingen overtreden.

NB: indien bij een overtreding een scoringskans verloren gaat kent de scheidsrechter uiteraard geen vrije worp maar een strafworp toe.

Het nemen van de spelhervatting
Op het moment dat de nemer van de spelhervatting de bal in de hand heeft of kan nemen fluit de scheidsrechter. Na het fluitsignaal heeft de nemer van de spelhervatting vier seconden de tijd om de bal in het spel te brengen. De spelers van de andere ploeg mogen hem daarbij niet hinderen.

De bal is in het spel gebracht als de bal ten minste 2,50 m van de plaats van de spelhervatting is gekomen (gemeten over de grond).

Geen van de spelers van beide ploegen mag de bal aanraken voordat die 2,50 m heeft afgelegd van de plaats van de spelhervatting.

Indien de speler, die het spel hervat, de bal vier seconden na het fluitsignaal van de scheidsrechter niet in het spel heeft gebracht, fluit scheidsrechter en kent een spelhervatting toe aan de andere ploeg.

Het nemen van de vrije worp
De vrije worp wordt genomen op de plaats van de strafworpstip. Voor de bepaling van de voorgeschreven afstand geldt als maatstaf het strafworppunt en niet meer de plaats van de nemer van de vrije worp. Voor de bepaling van de juiste afstand voor spelers maakt het

dus niet uit waar één of beide voeten van de nemer van de vrije worp staat/staan. Het is gewoon een kwestie van 2.50 m gerekend vanaf het strafworppunt.

Gedurende het nemen van de vrije worp staat de nemer duidelijk met één van zijn voeten op het strafworppunt. Dat betekent, dat de nemer één voet zodanig op het strafworppunt plaatst, dat het deel van zijn schoenzool onder de bal van zijn voet plat op de grond staat. Het is onvoldoende om het strafworppunt met teen of hiel aan te raken.

Alle andere spelers staan buiten het gebied, dat bestaat uit een cirkel met een straal van 2.50 m, gemeten vanaf het midden van het strafworppunt. Indien de spelers van beide ploegen binnen de afstand van 2.50 m zijn zal de scheidsrechter de speler bestraffen, die zich het dichtst bij het strafworppunt bevindt.

Zodra de nemer van de vrije worp een duidelijk zichtbare beweging met de bal, een arm of een been maakt, vervalt voor de verdediging de afstandseis. Opgelet: een beweging van het hoofd telt niet.

Alle andere bestaande bepalingen, die betrekking hebben op het nemen van de vrije worp, zijn en blijven van toepassing.

Meer info vind je hier

Succes allemaal! Jaap van Vliet