Scheidsrechtersverhalen: Een dooie boel?
De maatschappij verhardt, hoor je steeds vaker. Gelukkig blijft korfbal een gezellige, gemoedelijke en vooral vriendschappelijke sport.
Dat merk ik ook als scheidsrechter. Sinds een aantal jaren is het de gewoonte dat álle spelers (niet alleen de aanvoerders) de scheids na de wedstrijd even bedanken met een handje of een ‘boks’. Superfijn!
Natuurlijk is een speler wel eens boos of teleurgesteld over een beslissing, maar echte scheldpartijen heb ik gelukkig nog nooit meegemaakt. Op één keertje na… toen werd ik doodverklaard.
“WAT?!? DOODSVERWENSINGEN IN DE KORFBALSPORT?!?”
Nou… zo ernstig was het gelukkig niet. Ik zal het uitleggen.
In een rommelige situatie werd de bal tegen mij aangegooid. Omdat ik de bal tegenhield, ging deze niet over de zijlijn. Toch gaf ik een uit-bal aan de tegenpartij. “Maar scheids! U bent toch een dood element?!”
Nee dus!
In de toelichting bij paragraaf 6.15 (Uitbal) lezen we:
“Als de bal een toeschouwer of een voorwerp binnen het speelveld raakt en dit het balbezit beïnvloedt, dan wijst de scheidsrechter de bal toe aan het team dat zonder deze tussenkomst bezit zou hebben gehad.”
Je zou dus wél kunnen stellen dat de scheids hier tot ‘voorwerp’ (of toeschouwer) wordt gebombardeerd. Maar dood is de scheids zeer zeker niet!
De term ‘dood element’ is komen overwaaien uit het voetbal, waar je de bal inderdaad als in een soort pinball-machine van de scheids kon laten kaatsen zonder gevolgen. Overigens is die regel ook in het voetbal een paar jaar geleden afgeschaft.
Als je de bal dus raakt als scheidsrechter, moet je in je hoofd een film laten afspelen waarin je jezelf wegdenkt. Welke speler had dán de bal gehad? Díe persoon krijgt een spelhervatting.
Natuurlijk is het sowieso niet zo handig om als scheids middenin het spel het gaan staan en de bal weg te koppen. De uitdaging blijft dus om dicht genoeg bij het spel te blijven om álle overtredingen te kunnen zien, zónder in de weg te staan!